Bereidingswijze:

1. Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius. Vet een ronde taartvorm (diameter 23 cm) in en bestuif deze met bloem.

2. In een grote kom zeef je de bloem en het bakpoeder. Voeg het snufje zout toe en meng goed.

3. In een aparte kom klop je de boter en suiker samen tot een luchtige en romige massa. Voeg vervolgens de eieren een voor een toe, terwijl je blijft kloppen. Voeg ten slotte het vanille-extract toe en mix goed.

4. Voeg het bloemmengsel geleidelijk toe aan het boter-suikermengsel, afwisselend met de volle melk. Mix tot alles goed gecombineerd is en er een glad beslag ontstaat.

5. Giet het beslag in de ingevette taartvorm en strijk de bovenkant glad met een spatel. Bak de taart in de voorverwarmde oven gedurende 25-30 minuten, of tot een tandenstoker er schoon uitkomt als je deze in het midden van de taart steekt.

6. Haal de taart uit de oven en laat hem volledig afkoelen op een rooster.

7. Ondertussen klop je de slagroom met de poedersuiker stijf. Zorg ervoor dat de slagroom goed gekoeld is voordat je begint met kloppen.

8. Snijd de afgekoelde taart horizontaal doormidden, zodat je twee gelijke lagen krijgt. Bestrijk de onderste laag met een royale hoeveelheid slagroom en leg de bovenste laag erop.

9. Bedek de bovenkant en zijkanten van de taart met de overgebleven slagroom. Je kunt ook verse vruchten of chocoladeschilfers gebruiken om de taart te decoreren